In 2011 toonden onderzoekers Suzanne Mol en Adriana Bus al aan dat de (voor)leeservaring van kinderen en jongeren positief samenhangt met zowel woordenschat als leesvaardigheid. Ze baseerden zich hiervoor op wetenschappelijke studies verschenen tot 2009. In een nieuwe meta-analyse werd dit positieve verband in recentere studies – gepubliceerd tussen 2009 tot eind 2021 – opnieuw onder de loep genomen.
Peuters en kleuters die vaak worden voorgelezen, hebben meer kans op een ruimere en rijkere woordenschat. Ze ontwikkelen dankzij voorlezen ook iets meer basisvaardigheden van lezen in hun ontluikende geletterdheid, zoals fonemisch bewustzijn. Al is het verband tussen voorlezen en woordenschat wel sterker. Als mogelijke verklaringen zien de onderzoekers het belang van rijke taal in verhalen met woorden, uitdrukkingen en grammaticale structuren die kinderen niet tot nauwelijks horen in gesprekken op school of thuis. Wanneer kinderen met hun voorlezer praten over woorden en gebeurtenissen in een verhaal, leren kinderen meer nieuwe woorden. De kracht van voorlezen schuilt dus onder meer in hoe interactief zo’n voorleesmoment is. Interactief voorlezen is dus een effectieve voorleesmethode waarbij de voorlezer zowel voor, tijdens als na het voorlezen in interactie gaat met kinderen.
Ook leerlingen uit het basis- en secundair onderwijs scoren beter op woordenschat als ze (zelfstandig) lezen. Hoe meer leeservaring zij hebben, des te groter hun kans op een sterk verhoogd niveau van woordenschat, begrijpend lezen en technisch lezen. Overkoepelend concluderen de onderzoekers wel dat leeservaring een betekenisvolle rol speelt in zowel de taal- en leesvaardigheden als het leesplezier van leerlingen.
Het lezen van fictie lijkt een grotere rol te spelen dan het lezen van non-fictie. Misschien is non-fictie iets moeilijker te volgen dan fictie, stellen de onderzoekers. Een andere mogelijke verklaring is dat fictie de lezer uitnodigt om zich te verplaatsen in de personages en om op te gaan in de wereld van het verhaal. Zo’n gerichte focus maakt het volgen van fictie wellicht makkelijker.