In haar visietekst voor openbare bibliotheken (2023-2033) heeft Cultuurconnect een belangrijke en geactualiseerde rol weggelegd voor leesbevordering:
“Bibliotheken hebben zich ontwikkeld rond het boek. Hoewel vorm en inhoud veranderen, blijft het (kunnen) lezen van teksten, feitelijk of verhalend van aard, centraal staan in de werking van de bibliotheken. Daartoe onderhouden zij een rijke, relevante en toegankelijke collectie en blijven ze inzetten op leesbevordering in de brede zin van het woord.”
Bovendien moeten bibliotheken hun rol in leerprocessen versterken. “Bibliotheken faciliteren daarbij het onderwijs door ondersteuning van onderwijsprofessionals, scholen en hun leerlingen.”
Zet daar de alarmerende resultaten van PIRS en PISA naast: zowel op leesvaardigheid als leesmotivatie boeren Vlaamse kinderen en jongeren steeds verder achteruit. De uitdagingen voor bibliotheken zijn dus groot!
Tijdens deze vorming begeleiden we jullie in het maken van de juiste doordachte keuzes.
Sommige bibliotheken zetten hun eerste stappen in het uitwerken van een leesbevorderingsplan, terwijl andere al een heel stuk verder staan. Daarom is deze vorming opgebouwd uit modules. Aan de hand van de beginsituatie van uw bibliotheek bepalen we, in overleg met u, welke inhouden aan bod zullen komen.
Niveau I is startniveau. Niveau II is gevorderd niveau.
- Is kinderliteratuur aan het versimpelen? En zo ja, is dat erg? aan de hand van het ophefmakende artikel van Pjotr van Lenteren onderzoeken we de verschillende standpunten die hierover heersen. (I en II)
- Leesplezier en leesmotivatie wetenschappelijk bekeken. We kijken naar onderzoek over autonome leesmotivatie en bekijken hoe we van daaruit het leesplezier/leesmotivatie van kinderen kunnen verhogen. (I en II)
- Kijken naar goede voorbeelden. We ontdekken allerlei kleine en grote praktijkvoorbeelden van andere bibliotheken en kijken hoe de initiatieven die jouw bibliotheek al heeft genomen passen binnen bovengenoemd wetenschappelijk inzicht. (I)
- Sleutels tot effectief begrijpend lezen. Welk stappen zet het onderwijs om dalende leesvaardigheden aan te pakken en hoe haken we als bibliotheek daarop in? (II)
- Drie dimensies van leesbevordering. Zijn we al tevreden als we meer lezers kunnen bereiken of pas wanneer we ook invloed hebben op het leesgedrag van kinderen? En valt dat te rijmen met hun autonomie? Ook dit projecteren we op jullie eigen werking. (I en II)
- De doorgaande leeslijn. We bespreken de kritische fases voor leesmotivatie in de leesontwikkeling van kinderen en jongeren tussen 0 en 20 jaar. En welk antwoord kan je in elk van die fases als bibliotheek net bieden om de leesmotivatie op peil te houden? (I en II)
- Lezers worden gemaakt door lezers: werkvormen. Allerlei werkvormen die verbondenheid gebruiken als leesbevorderende factor en die je bijvoorbeeld kan toepassen tijdens een klasbezoek of een bibactiviteit. (I)
- Lezers worden gemaakt door lezers: het lezend netwerk. Het summum van leesbevordering. Hoe bouw je in je werkgebied een netwerk uit waarbij echte lezers potentiële lezers kunnen motiveren en waarbij we zelfs moeilijke doelgroepen kunnen beïnvloeden. (II)
De sessie bevat de nodige theorie, maar is zeker ook praktisch van aard. En gedurende deze sessie leggen we samen, specifiek voor jou bibliotheek, een aantal mogelijke actiepunten op tafel. Na deze sessie zal je als team veel doelgerichter en met vernieuwde inspiratie aan de slag kunnen gaan.